TOERISME IN ZUID ITALIE
HET HOTEL EN ZIJN MOGELIJKHEDEN
CALITRI: EEN WARE ONTDEKKING

DE GESCHIEDENIS VAN CALITRI
HET KASTEEL
DE HUIDIGE TIJD
EMIGRANTEN
EEN DORP VAN TRADITIES.
GASTRONOMIE.
WANDELEN DOOR L`IRPINIA VERDE
BINNEN DE 25 KM.
BUITEN DE 25 KM.
OP 50 KM AFSTAND.
ENKELE OPMERKINGEN TOT SLOT.
WANDEL EN FIETSSUGGESTIES
MONTELLA
SANCTUARIUM VAN GOLETO, S. ANGELO DEI LOMBARDI
DE GESCHIEDENIS
BESCHRIJVING VAN HET SANCTUARIUM
DE STILTE VAN DE OMGEVING
MELFI
VENOSA
SIGHTSEEING
AVELLINO
MONTEVERGINE
MUGNANO DEL CARDINALE AVELLA
S.MARTINO VALLE CAUDINA
PRATA
TUFO, TAURASI EN FONTANAROSA
MIRABELLA ECLANO
ARIANO IRPINO
ROCCA S.FELICE
S. ANGELO DEI LORNBARDI
MATERDOMINI
BAGNOLI IRPINO
MONTELLA
MONTICCHIO
ATELLA
ROUTEBESCHRIJVING VAN NAPELS EN POMPEJI NAAR CALITRI


TOERISME IN ZUID ITALIE

Terwijl het massatoerisme in steeds groter getale over Noord en Midden Italië uitzwermt, er de stranden overspoelt en kerken en musea afloopt, blijft het Zuiden onberoerd door deze vloedgolf. Er zijn nog wel uitlopers naar Napels, Pompeji, Sorrento en Sicilië, maar daarmee is de zaak over het algemeen letterlijk zowel als figuurlijk bekeken: de voet van Italië blijft een terra incognita voor de doorsnee toerist. De grootste zorg doorgaans van de eigengereide 19e en 20e eeuwse toerist welke het Zuiden wilde bereizen was immers: waar vind ik behoorlijk onderdak, eten en drinken.

Italiaanse staats-reisorganisaties hebben daar weinig aan verholpen. Nog steeds beschikken Italiaanse verkeersbureaus in het buitenland nauwelijks promotiemateriaal betreffende de zuidelijke provincies Campania en Basilicata.

Tot grote teleurstelling van particuliere horeca-ondernemers in de genoemde gebieden, welke zij het met mondjesmaat toch wel in het laatste decennium met initiatieven zijn gekomen. Zoals de Italiaanse ambassadeur Lorenzo Tozzoli: na zijn land in het buitenland gediend te hebben , trachtte hij de grond van zijn voorvaderen, Calitri, in de groene streek Irpinia van de provincie Campania, in de vaart der volkeren op te stuwen. Met de bouw van HOTEL AMBASCIATORI kan sinds enkele jaren Irpinia eindelijk bogen op een elegant en comfortabel driesterrenhotel.

Wordt de toerist in Noord en Midden Italië overweldigd door de overstelpende veelheid aan overwegend renaissance en barokkunst, het kunsthistorisch erfgoed in de voet van Italië dateert van veel vroeger: het is het land van de Magna Grecia en de Middeleeuwen, van kloosters en kastelen. Van oudsher was Zuid Italië een historische smeltkroes. Daar bracht Hannibal de Romeinen een verpletterende nederlaag toe. Daar is de geboortegrond van Horatius en de laatste rustplaats van Virgilius. Daar voerde Byzantium strijd om de hegemonie, hielden de Oost Romeinen stand tegen de Longobarden, Saracenen.

Tot de Noormannen kwamen. Ze bouwden er hun eeuwentrotserende kastelen (30 van de ruim 100 kastelen in de voet van Italië zijn Noormannen kastelen!) en hielden er hof. De avonturier Robert Guiscard en later Bohemund trouwden zich in en stelden de wet tot aan Syrië en Perzië toe. Tot hun rijk bij gebrek aan een mannelijke opvolger de Duitse keizer toeviel. Wie kent ze niet, de namen van de Rooms Duitse keizers Frederik Barbarossa en de getalenteerde Frederik II van Hohenstaufen, welke Italië verkoos boven Duitsland.

Na diens dood werd Zuid Italië echter veroverd door de Anjou's. Napels werd de hoofdstad en de rest verviel in de loop der tijden tot een provinciaals achterland, ondermijnd door een slecht beleid, voortdurend wisselende heersers, absenteïsme, armoede en emigratie.

Dit is in kort bestek het fascinerende trots en tragische tegelijk verleden van het Zuiden. Aanzienlijke verbeteringen zijn inmiddels aangebracht, wegen en aquaducten aangelegd. Maar toerisme bewust is men er nog nauwelijks inwaarts Campania en in Basilicata: veelal nog ruig en ongerept, door de kostelijke combinatie van rust, ruimte en cultuur het recreatiegebied bij uitstek.

 

 

HET HOTEL EN ZIJN MOGELIJKHEDEN

Het panoramisch gelegen driesterren Hotel Ambasciatori eigendom van ambassadeur Lorenzo Tozzoli blijkt een geriefelijke thuishaven te zijn. De smaakvol ingerichte lounges scheppen sfeer. De kamers, voorzien van KTV, telefoon en minibar, hebben heerlijke bedden. De belendende luxe badkamer met ligbad, douche, bidet en toilet vervolmaakt het comfort. En: alle kamers hebben een balkon met uitzicht op het schitterende Ofanto dal en daaruit oprijzend het middeleeuwse kasteel en het uit de 4e eeuw v. Chr. daterende dorp Calitri. Het complex beslaat 8000 M² en ligt op 600 meter hoogte. De locatie van het hotel is centraal, een groene bufferzone van coniferen garandeert de gasten rust en privacy.

De aankleding is stijlvol en elegant. Kunst en handgeweven tapijten sieren de wanden. Het internationaal georiënteerd management met wortels in Nederland spreekt o.a. vloeiend Nederlands, Engels en Frans. De keuken is afhankelijk van de cliëntèle streekgericht of internationaal. Op aanvraag wordt met evenveel flair en culinaire virtuositeit een degelijke Hollandse pot als een exotisch Birmaans gerecht op tafel getoverd.

Hotel Ambasciatori is de ideale pleisterplaats voor wandel en fietsplezier. Routebeschrijvingen zijn verkrijgbaar in het hotel, waar tevens fietsen kunnen worden gehuurd en gestald.

Voor cliënten met artistieke aspiraties kan voor schilderles, keramiektechnieken e.d. contact worden opgenomen met het in Calitri gevestigde lstituto d'Arte.

Paardrijles en excursies langs de bedding van de Ofanto of de schilderachtige dorpjes in de omtrek is een aantrekkelijke alternatieve wijze van actieve vakantiebesteding. Ook hierbij kan het hotel bemiddelen. Stress en stijve spieren worden door een aan het hotel verbonden gediplomeerd masseur vakkundig weggestreken.

In de winter wordt geskilauft. Op de nabijgelegen hoogvlakte van Laceno wordt berg geklommen, skilift installaties zijn 's zomers en 's winters geopend.

Voorts zijn vermeldenswaard de fraaie, zich in het Monticchio meer spiegelende San Michele Archangelo kerk (overigens staat Monticchio bekend om zijn mineraalwaterbronnen), de abdij van Goleto, de archeologische opgravingen bij Conza, de dodenstad van Aquilonia en de burchten van keizer Frederik II van Hohenstaufen te Melfi en Venosa.

Dit alles en nog veel meer valt te ontdekken en genieten in en rond Calith, in en rond Hotel Ambasciatori, waar een uitzonderlijk gevoel heerst voor perfectie: in stijl, sfeer, smaak en service.

 

CALITRI: EEN WARE ONTDEKKING


Calitri is een pittoresk dorp in Zuid Italië , gelegen in de groene streek Irpinia, of, zoals de Italianen zeggen, "I'Irpinia verde". Dat gebied werd reeds door Horatius bezongen en wordt gekenmerkt door zijn nog ongerept natuurschoon en een boeiend, turbulent verleden. Calitri ligt op de grens van de provincies Campania en Basilicata en is gesitueerd op de top van een heuvel, die de vallei van de Ofante rivier domineert.

Onverwachte doorkijkjes in de nauwe, steile steegjes geven zicht op een adembenemend panorama. Karakteristieke huizen hebben imposante poorten en uitgesleten stenen trappen langs gevels en binnenplaatsen. Tegen de puien hangen feestelijkogende snoeren van te drogen hangende rode pepers.
 


De geschiedenis van Calitri

Calitri heeft een bewogen geschiedenis van vreemde overheersers, die teruggaat tot ongeveer 400 jaar v. Chr, toen Italiaanse kolonisten, afkomstig van het Adriatische kustgebied, landinwaarts trokken. De naam Calitri is een verbastering van het Romeinse Aletrum: verscheidene eeuwen zwaaide Rome de scepter over de nederzetting. Daarna volgde de dominatie van Goten, Byzantijnen, Longobarden, Noormannen, Hohenstaufen, Anjou's, Aragonezen, een Bonaparte en de Spaanse Bourbons.

Het kasteel
De eerste leenheer van Calitri was Gionato di Balvano, graaf van het naburige Conza. Via de families de Fleury. Del Balzo, Gesualdo en de aan paus Gregorius XV geparenteerde Ludovisi komt Calitri tenslotte in het bezit van Francesco Mirelli. Met zijn hele familie betrekt hij het somptueuze kasteel met zijn 300 kamers, 4 imposante wachttorens, 2 ophaalbruggen en een buiten de kasteelmuren voerende, geheime, onderaardse gang.

Maar op 8 september 1694 slaat het noodlot toe: het trotse bouwwerk wordt door een zware aardbeving getroffen, waarbij meer dan 300 mensen omkomen. Slechts de zoon van de markies, Carlo, die met zijn twee kinderen in Napels vertoeft, overleeft de ramp. Alle andere familieleden, gasten en personeel vinden jammerlijk de dood. Na deze catastrofe laat Carlo Mirelli een nieuwe woning bouwen, een "palazzo" in het centrum van Calitri: weg van het kasteel, waar elke steen hem herinnert aan de gruwelijke tragedie. Hij komt de slag niet meer te boven en vervalt in diepe depressies. Het in de Via Roma gevestigde palazzo is tegenwoordig het eigendom van baron Zampaglione. De laatste leenheer van Calitri is Francisco Maria Mirelli. In 1814 wordt het leenstelsel afgeschaft.

De huidige tijd
Hoewel het doek van horigheid aan lokale en vreemde overheersers gevallen is, verbeterde de levensstandaard van de bevolking nauwelijks. Opstanden zijn het gevolg, de boeren eisten meer land, de arme grond brengt te weinig op om van te leven. Uiteindelijk worden verscheidene domeinen verkaveld. Nog in de moeilijke jaren na de tweede wereldoorlog, als de macht van de Italiaanse communistische partij zich steeds verder uitbreidt, zijn er confrontaties tussen landeigenaren en boeren die pogen bezittingen te "annexeren".

Calitri heeft illustere mannen voortgebracht: een kardinaal, verscheidene bisschoppen, een procureur generaal, gedeputeerden in de volksvertegenwoordiging, parlementariërs, meerdere ambassadeurs, een minister secretaris, een landsadvocaat, een cassatierechter. Maar het geld in Calitri is nog vrijwel steeds overheidsgeld. En juist bij gebrek daaraan door de politiek economische crises ligt de wederopbouw al weer jaren stil en blijven projecten halverwege hun realisatie steken.

Emigranten
Veel van ltalië's zonen, slachtoffers van de buitenlandse politieke avonturen van hun regeringsleiders, zijn in den vreemde gesneuveld: in Albanië, Kroatië, Rusland, Afrika. Over heel Italië zijn min of meer pathetische monumenten voor hen opgericht, ook in lrpinia. Maar in Calitri staat een standbeeld voor De Emigrant: de eenzame vechter voor een beter bestaan, ver van alles wat hem vertrouwd en lief is. Een ontroerend eerbetoon aan de honderden jonge mannen (en vrouwen), die genoodzaakt waren elders het geluk te beproeven, omdat Calitri hen geen toekomst kon bieden. Het is alleszins interessant eens de vier tableaus te bekijken die op het voetstuk van dat standbeeld zijn aangebracht: een aansprekende uitbeelding van dat stukje sociale geschiedenis. Schuilt er waarheid in de Italiaanse bewering: wij hebben de wolkenkrabbers van Amerika gebouwd, dan hebben jonge emigranten uit Calitri daar vele steentjes toe bijgedragen.

In zijn beroemd geworden sociale roman "Cristo si è fermato ad Eboli" omschreef Carlo Levi in de jaren veertig de bevolking van die regio als "de mens is er geen mens maar een dier, een lastdier'. Thans is in Calitri het bezit van een auto, een koelkast en TV even gewoon als bij ons. Er zijn sportvoorzieningen, een supermarkt, vakscholen, sinds een paar jaar een hallencomplex waarin gedurende de eerste week van september de interregionale "fiera" (Jaarbeurs) wordt gehouden, en sinds 1959 een Istituto Statale d'Arte ( de interessante permanente tentoonstelling in het instituut kan na telefonische afspraak bezichtigd worden). En de laatste aanwinst is een pub annex disco.

Een dorp van tradities.
Sporen van de voorbije beschavingen manifesteren zich in een scala van legenden en een uitermate rijke folklore. Het feestelijk hoogtepunt van Calitri's folkloristische jaarkalender valt in de eerste week van september met de uitbundige viering van achtereenvolgens Santa Lucia, San Canio, San Vito en Immacolata Concezione. Kastelen, "palazzi" van notabelen en herenboerderijen hebben veelal de karakteristiek van het verleden weten te bewaren.

Naast de toepassing van moderne technieken wordt ook het ambachtelijk handwerk uitdrukkelijk in ere gehouden: koperslagers, schoen en kleermakers, mandenvlechters en houtbewerkers handhaven er hun eeuwenlange traditie. De aanwezigheid van klei langs de Ofanto rivier leidde tot een bloeiende aardewerkindustrie, Maar niet alleen worden in de werkplaats van de pottenbakkers de traditionele Calitraanse kannen en kruiken vervaardigd, ook stimuleert een voor een Zuid italiaans dorp uniek te noemen Istituto d'Arte tot veel moderne kleur en design objecten. En ruimt het kruidenvrouwtje in haar winkeltje steeds meer plaats in voor sophisticated crèmes en lotions: op plantenextractbasis, dat wel.

Gastronomie.
Ook op gastronomisch gebied valt in Calitri veel te ontdekken en te genieten, Liefhebbers van tamme kastanjes, paddestoelen en truffels komen ruimschoots aan hun trekken, Aan te bevelen de "butirro" (boter in een jasje van kaas) en de "caciocavallo" (een pittige, stevige kaas), te combineren met krachtige, lokale wijnen als de Fiano, de Greco dit Tufo of de Taurasi, Specifiek Calitraanse gerechten danken hun voortreffelijke smaak aan nog zuivere grondstoffen en home made kost als de "canazze" (een soort noedels) of de "sammucchio" (een type worst), Vooral op de iedere donderdag gehouden markt worden eigengemaakte en regionale produkten aangeboden: naast tamme kastanjes, hazel en walnoten uit de bossen in de omtrek, veel "salame fatto in casa" en kaas, zoals de al genoemde "caciocavallo" en voorts "pecorino" (schapenkaas), "ricotta" (verse, in mandjes vervaardigde kaas) en de specialiteit van Campania : "mozzarella di bufala" (uit buffelmelk gemaakte kaas). Sommige boeren laten je tijdens het kaas maken nog wel eens over de schouder meekijken.

De nog door vos en wildzwijn bevolkte, bosrijke omgeving, het wisselend palet van het heuvellandschap maakt Calitri tot een magnifiek vakantieoord. De interessante constructie van het historisch centrum, de rijke tradities en folklore, de aantrekkelijke, handgemaakte produkten en oprechte gastronomie komen tegemoet aan de toeristische hang naar nieuwe prikkels,

Tot zover deze schets van het oord, waar u vanaf vlieghaven Capodichino te Napels in anderhalf uur tijd per bus of auto naar toe rijdt. Waarbij u al een voorproefje krijgt van het majestueuze landschap door papaver, brem en distel rood, geel en paars gekleurd dat u de komende dagen in rustiger tempo zult savoureren.

WANDELEN DOOR L`IRPINIA VERDE

Wellicht wilt u op de eerste dag beginnen met het "centro storico" van Calitri te verkennen: de karakteristieke arcaden, imposante, kunstig gesteenhouwde poorten, uitgesleten bordestrappen en verrassende doorkijkjes over het omliggende Irpinia. Nog grandiozer is het panorama dat u wacht bij het kasteel, waar volgens de Calitranen bij volle maan de geest van Carlo di Mirelli rondwaart: weeklagend om zijn omgekomen familie. Misschien heeft u al op voorhand een afspraak gemaakt met de alom bekende genezer Michele Borea om u af te laten helpen van een of ander ongemak. Veel meer dan een open haard, een bed, een tafel en twee stoelen zult u niet aantreffen in zijn "spreekkamer'. Maar deze wonderlijke man die als kind al dieren genas wordt wel door de ziekenhuizen van Pescopagano en Potenza aangezocht zijn helende kracht op hun patiënten aan te wenden. Tweemaal per week, 's woensdags en vrijdags, staat een stoet van auto's rond zijn eenvoudige boerderij geparkeerd. Behandeling geschiedt uitsluitend op afspraak.

Op uw gemak slenterend door de smalle straatjes met antieke palazzi Via Pasquale Berrilli, Via Giuseppe Tozzoli, Via Stanco, Via del Re waar de geur van houtskool en vreedzame stilte hangt, waant u zich verzeild in een idylle. Een begrijpelijke, doch pijnlijke vergissing: Calitri was nooit een vreedzaam noch een idyllisch oord. Het enige wat men er altijd heeft gehad is: de tijd. Maar die heeft u, als vakantieganger, nu toch even ook?

Binnen de 25 km.
Voor liefhebbers van de wandelsport is de omgeving van Calitri een waar paradijs. "L'Irpinia Verde" doet zijn naam eer aan: groene heuvels zover het oog reikt, her en der beboste hellingen. Golvende graanvelden rond de vlekken van dorpen die ogenschijnlijk," in splendid isolation" boven alles uitpieken.

Het bijzondere van de streek is, dat zowel de getrainde wandelfanaten als meer flegmatische dilettanten er hun hart kunnen ophalen. In een straal van 25 km rond Calitri gaan de hoogteverschillen geleidelijk in elkaar over, is er sprake van een weids, glooiend landschap, doorkruist door de Ofanto rivier, die in de zomer vermoeid haar weg zoekt naar de Adriatische Zee.

In deze categorie vallen het schitterend gelegen, archeologisch interessante Cairano, Pescopagano, het na de aardbeving van 1980 verlaten Conza di Campania, waar een project van belangwekkende archeologische opgravingen een nieuwe impuls aan het gebied heeft gegeven, en het idyllische Rapone (gesticht, naar men aanneemt, lang voor onze jaartelling door de Italische krijgsman Rapo, waarvan ook Virgilius gewaagt). Het plein voor het "municipio:" (gemeentehuis) biedt een superb uitzicht over niet minder dan 13 dorpen, verbonden door het zilveren lint van de Ofanto rivier.

Buiten de 25 km.
Van degenen, die tot buiten de radius van 25 km willen wandelen, wordt meer energie gevraagd. Aan te bevelen is een wandeltocht naar Bisaccia zowel oud Bisaccia met zijn 14e eeuws kasteel als het curieuze, futuristische nieuwe gedeelte. Ook naar het dromerige Andretta (niettemin bakermat van een gerespecteerd minister, van de spraakmakende, officiële exorcist van het Vaticaan don Jorio Maria Leone, en van een medisch professor van internationale faam). Op 24 mei, de Festa Stella di Mattina, wisselt de burgemeester zijn sjerp uit met de burgervader van het naburige Vallata, Dit gebruik stoelt op een oude volkslegende en gaat gepaard met veel festiviteiten, Mooie oude huizen staan langs de weg naar het tot ruïne vervallen kasteel: de Via Costa en de Via del Castello. Ook zijn wandeltochten aan te bevelen naar het spookachtig verlaten dorp Aquilonia bij het meer van San Pietro, naar het lieflijke Monteverde en het om zijn mineraalwaterbronnen bekende Monticchio aan de twee meren van Monticchio, aan de voet van de Monte Vulture. Men kan er een bootje huren en er mag gevist worden maar niet gezwommen "per favore", De dode vulkaan van 1325 m hoogte domineert bijna geheel Apulië. Met een kabelbaan kan men naar boven, bij het stationnetje van de kabelbaan staat de ruïne van de 11e eeuwse abdij van San lppolito. Een andere abdij, van latere datum, die van San Michele, ligt majestueus tegen een bergwand boven een van de twee meren. In het weldadig weelderige bos van Monticchio groeien volgens insiders meer dan 970 soorten planten, waaronder zeldzame. En er fladdert alleen daar en in Azië voorkomende vlinder rond: de Brahmea europea. Bezuiden Calitri ligt aan het gelijknamige meer Muro Lucano. In deze contreien moet de roemruchte, Romeinse bevelhebber Marcellus door Hannibal in een hinderlaag zijn gelokt en gedood (210 v. Chr.) Het kasteel van Muro lucano heeft een macabere geschiedenis: in 1382 werd daar Joanna I, koningin van Napels, door wurging om het leven gebracht. Ze was nog geen 40 jaar oud. Muro Lucano geniet tevens bekendheid als geboorteplaats van Gerardus van Majella.

Op 50 km afstand.
Voor tomeloze trotters zijn er dan nog, op 50 km afstand ten ZW van Calitri, echte bergen: de Picentini van Laceno. Wilt u wel naar boven, maar zonder klimmen -het unieke vergezicht over de Golf van Salerno, met de ganse Amalfitaanse kust rechts en Battipaglia, Paestum, ja zelfs Agropoli aan uw linkerzijde, mag u immers niet missen dan kan dat ook: tweepersoons stoeltjesliften voeren u zomer en winter naar de top van de Monte Rajamagra, op zo'n 1700 m hoogte. De overweldigende aanblik kunt u comfortabel gezeten met een grappa of espresso voor u op uw gemak verwerken in het strategisch gelegen etablissement met terras aldaar. 's Winters biedt Laceno 26 km piste aan skiërs, Lijders aan hoogtevrees en speleologen echter zullen misschien de voorkeur geven aan de nabijgelegen grotten van Caliendo.

Terug in oostelijke richting bij Caposele ontspringen, aan de voet van de Monte Plafagone , de bronnen van de rivier de Sele. Het water wordt door een 12 km lange tunnel naar de oostelijke helling van de Apennijnen geleid: het eerste traject van het aquaduct van Apulië, dat het langste ter wereld is, Bezichtiging van de waterinstallatie 438 m boven het woongebied is een interessante ervaring. Drie kilometer verderop, 40 km van Calitri vandaan, ligt op een heuvel de bekende bedevaartplaats San Gerardo Maiella Materdomini heet de sectie gesticht door de heilige Alfonsus (Maria de Liguori) in 1748 en reisdoel van pelgrims uit alle delen van de wereld.

Enkele opmerkingen tot slot.

Voor gelegenheidswandelaars moet het een geruststellende gedachte zijn, dat er met de meeste plaatsen rond Calitri busverbindingen zijn. Natuurlijk geen elk halfuur, maar in ieder geval eenmaal en doorgaans meerdere malen per dag. Aan de balie van Hotel Ambasciatori weten ze alles over vertrek, aankomst, route en bestemming van deze bussen.

Mocht u, omgeven door zoveel groene heuvels, toch nostalgie krijgen naar zee en strand, dan pakt u toch gewoon de bus naar Margherita di Savoia aan de Adriatische zee: geen luxe badplaats, maar wel een schoon strand, dat u niet met honderden andere lijven hoeft te delen. Het is niet iets om elke dag te doen, want de bus doet er 2 uur over. U maakt echter een buitengewoon charmante rit welke u behalve door Irpinia dwars door Apulië voert, En: buskaarten zijn heel goedkoop.

Een bezoek aan Napels mag eigenlijk niet ontbreken. Hotel Ambasciatori is daarop ingesteld: bij belangstelling hiervoor kan een sightseeing tour worden ingelast. Afhankelijk van het aantal deelnemers wordt u per limousine of bus vervoerd. Omdat herkennen dubbel genieten is wordt u eventueel de dag ervoor een videofilm getoond over de stad "die je gezien moet hebben alvorens rustig te kunnen sterven". Onnoemelijk veel is geschreven over Napels, beter en uitvoeriger dan wij dat kunnen, Napels met al zijn rooskleurige en minder rooskleurige facetten moet je beleven: Napels is uniek.

Ook zal een bezoek aan Pompeji zeer zeker een diepe indruk op u maken. In het jaar 79 n. Chr. werd deze stad van 20.000 inwoners bedolven onder een laag lava en vulkaanassen van ruim 6 meter hoog. Nu is die volledige stad weer blootgelegd met zijn forum, tempels, winkels en woonhuizen, zijn rechte straten met trottoirs en oversteekpunten, de fresco's en mozaïeken.

En als u dan 's avonds na een lucullische maaltijd vanaf het hotelterras of in de intimiteit van uw eigen balkon uitstaart over het feeëriek verlichte Calitri, bent u een volmaakt gelukkig en tevreden mens, genietend als nooit tevoren van een sportief- zowel als cultureel fenomenale vakantie!

WANDEL EN FIETSSUGGESTIES

1. Boeiend historisch centrum rond het kasteel van Calitri, adembenemend uitzicht over het groene heuvelland van Irpinia.

2. Naar spookdorp Aquilonia , halverwege lunch met typische streekgerechten en wijn in suggestieve boerderij.

3. Langs bedding van de Ofanto rivier naar schitterend aan het San Pietro meer gelegen Monteverde, met imposant Middeleeuws kasteel en Romeinse brug (ook bereikbaar per boemeltje met fietsvervoer)

4. Naar de twee meren van Monticchio, aan de voet van de dode Vulture vulkaan; picknick op of aan het water , met kabelbaantje naar 17e eeuwse S.Michele abdij.

5. Speurtocht door de bossen van Monticchio naar zeldzame, alleen dáár voorkomende Brahmea vlinder en ontspringende mineraalwaterbronnen.

6. Door de bakermat van de door Horatius reeds geroemde DOC Aglianico del Vulture wijn en kastanje en olijfboomgaarden (van de vermaarde Ogliarola variëteit) naar de grotwoningen en kapellen van Barile en Rapolla.

7. Met fiets en/of bus naar gewezen hoofdstad van Zuid Italië met een glorieus verleden: Melfi, het Noormannen kasteel, de Porta Venosina, de in 1155 begonnen dom.

8. Naar het panoramische Rapone, S.Fele en Ruvo del Monte.

9. Naar dromerig Cairano, waar een occasionele invasie van deltavliegers de enige confrontatie met de moderne tijd lijkt, spectaculaire picknick site.

10. Van Cairano naar het tot het Bronzen Tijdperk terug te traceren Conza, waar blootlegging door de aardbeving van 1980 van o.a. Romeinse resten de stimulans is geweest tot de aanleg van een archeologisch park: een project van 10 miljoen gulden destijds.

11. Naar de met de oude dorpskern en kasteel Pignatelli verbijsterend contrasterende "futuristische" wijk van Bisaccia.

MONTELLA

Een schitterende weg dwars door beboste heuvels rood en goud vlammend in het najaar, teder groen wazig in de lente leidt naar Montella. Een reeks spectaculaire viaducten en tunnels heeft de reisduur thans verkort tot 20 minuten, hetgeen gezien het wonderschone landschap eigenlijk jammer is! Door de strategische ligging ontwikkelde Montella zich al vroeg tot voornaamste plaats in de bovenvallei van de Calore rivier. Een hoogtepunt bereikte deze ontwikkeling onder de feodale heerschappij van de Cavanaglia's: met de bouw van kapitale patriciërshuizen, kerken en kloosters (Santa Maria del Monte, Monasterio del Salvatore) kreeg de plaats allure.

Vooral het 10 minuten verderop richting Bagnoli Irpino gelegen kloostercomplex San Francesco a Folloni geeft hiervan een goed voorbeeld. Volgens de overlevering deed de H. Franciscus van Assisi, op weg naar het bedevaartsoord Monte S. Angelo, deze plek aan. De oorspronkelijk primitieve nederzetting van enkele Franciscaner heremieten groeide met de jaren uit tot een omvangrijke en florerende broedergemeenschap, zodat in 1222 besloten werd tot de bouw van een godshuis. Begin 1700 werd dit Gotische gebouw vervangen door een kerk in de toen gangbare Barokstijl. De as van deze kerk kwam loodrecht op de oost/west constructie van het oude gebouw te staan. In de kloosterhof zijn nog de arcaden van de oorspronkelijke kerk te zien, alsmede de originele waterput voor de monniken. Levensgrote schilderingen van de hand van de volgeling van Caravaggio, Volpi, sieren de zijbeuken. Achter het hoofdaltaar is de heilige Franciscus afgebeeld: hij smeekt de Maagd Maria de door geld, seks en eigenwaan verblinde mensheid te vergeven, terwijl de duivel probeert hem te weren. Het altaar zelf is een juweel van veelkleurig marmermozaïek. Stucco voluten, medaillons en guirlandes verlenen een zowel elegante als speelse gratie aan het interieur. De decoratieve majolica tegelvloer met een grillig patroon van groene arabesken is authentiek 18e eeuws en werd ontworpen en vervaardigd door de vermaarde tegelmakers van Ariana d'lrpina. De sacristie lijkt wel een kunstkabinet. Het vertrek is rondom bekleed met panelen van diepdonker hout waarin weelderige bloem en vogelornamenten zijn gesneden. Verborgen achter deze prachtige panelen liggen, in talrijke laden, oude kerkgewaden bewaard: met brede stroken kant, goudborduursel en sierstenen verfraaid, door generaties nonnen met engelengeduld vervaardigd. In deze serene omgeving is, in een rijk geornamenteerde sarcofaag, een jonge telg van het trotse geslacht Cavanaglio bijgezet: prins Diego, in 1481 op 28 jarige leeftijd gesneuveld tegen de Turken bij de bloedige slag van Otranto (dat geheel uitgemoord werd). Slechts een klein gedeelte van het kloostercomplex dient nog als behuizing voor de enkele overgebleven Franciscanen. De rest is grotendeels ingericht als museum, met hypermoderne belichtings en bevochtigingapparatuur. In de kloostergangen staan achteloos prachtig doorleefde meubelstukken, van een noblesse zoals alleen antiek kan uitstralen. Voor inlichtingen en rondleiding dient men zich te vervoegen bij het verblijf van de Franciscanen; rechtsom achter het kerkgebouw, voorbij de kloostertuin met dromerig ogende herten. U vraagt dan naar Don Vincenzo Magone.

Abbazia del Goleto
S. Angelo dei Lombardi

 

SANCTUARIUM VAN GOLETO, S. ANGELO DEI LOMBARDI

Een bezoek aan het Sanctuarium van Goleto voert ons 850 jaar terug in de tijd. Na Montevergine is dit het belangrijkste kloostercomplex van Zuid Italië (25 km van Calitri gelegen). Hagedissen die wegschieten onder je voeten, het pad dat er naar toe leidt vol gruis, temidden van brokstukken steen een desolaat, gapend poortje. En dan: het indrukwekkende, eeuwenoude dubbelconvent, ooit gesticht door Guglielmo van Vercelli (1085 1142). Vanuit zijn geboortegrond in de Po vlakte op kruistocht naar het Heilige land openbaarde zich aan hem, door Irpinia trekkend, zijn ware roeping: die van zendeling en kloosterstichter.

De geschiedenis
In 1114 vormde hij de broedergemeenschap van Montevergine, waarvoor hij van 1119 tot 1124 een kerk bouwde, op de ruïne van een tempel gewijd aan de Phrygisch Hellenistische godin Kybele.

Na een periode van kluizenaarsbestaan in een holle boomstam startte hij in 1133 met de bouw van het nonnenklooster van Goleto. Her en der helaas verloren gegane kloosters stichtend was hij tevens bijna 30 jaar lang tot zijn dood op 24 juni 1142, geestelijk raadsman van priesters, hoogwaardigheidsbekleders, ja zelfs van de machtige Noorman Roger II, koning van Zuid Italië en Sicilië. Ter gelegenheid van de herdenking van Guglielmo Vercelli's 8OOste sterfdag proclameerde paus Pius XII hem tot patroonheilige van Irpinia.

De oorspronkelijke, primitieve structuur van Goleto omvatte de centraal gelegen -met de façade naar het Westen gerichte kerk, het grote nonnenklooster naast de absis en een kleiner mannenklooster voor het frontaal van de kerk. De monniken hadden tot taak de in volslagen afzondering levende clausuur zusters geestelijk en economisch bij te staan.

De kloostergemeenschap groeide en bloeide en verwierf grote vermaardheid. Grondgebied en kunstbezit breidden zich uit. Deze gouden tijd duurde twee eeuwen. Na 1348 echter, het jaar van de zwarte pest, zette langzaam maar zeker het verval in. In 1515 overleed de laatste abdis en kwam het kloostergoed onder de leiding van Montevergine te staan.

Gestimuleerd echter door paus Sixtus V, tevens superior van het Franciscaner klooster van Sant 'Angelo dei Lombardi, leefde de broedergemeenschap van Goleto gaandeweg weer op. In de 18e eeuw werd het klooster zelfs volledig gerestaureerd en aan de grote Napolitaanse architect Domenico Antonio Vaccaro de bouw van een grote kerk opgedragen (1735 1745). Hoewel het dak er niet meer is, blijft het een fascinerend bouwwerk. Het heeft de vorm van een Grieks kruis, dat een centrale koepel droeg. Het stucwerk binnen is deels bewaard gebleven evenals de prachtige plavuisvloer.

Aan de tweede bloeitijd van Goleto kwam abrupt een einde toen, op 2 september 1807, Jozef Bonaparte door broer Napoleon tot koning van Napels gebombardeerd het kloostergoed ophief. De stoffelijke resten van Gugiielmo van Vercelli werden naar Montevergine overgebracht en het eens voor het religieuze, culturele en economische leven van het Zuiden zo belangrijke kloostercomplex werd aan zijn lot overgelaten. Tot in 1973 pater Lucio de Marino toestemming krijgt zijn intrek te nemen op Goleto en in de loop der jaren een materieel zowel als spiritueel revival weet te bewerkstelligen. Ondanks de door de tand des tijds, aardbevingen en vandalisme veroorzaakte schade zijn veel van de kunstwerken, waardoor Goleto beroemd werd, nog te bewonderen.

Beschrijving van het sanctuarium
Vooreerst is er de vierkante Torre Febronia, genoemd naar de abdis die in 1152 opdracht gaf tot de bouw van deze verdedigingstoren. Het Romaanse meesterwerk vertoont een hele serie blokken met bas reliëfs, afkomstig van een Romeins mausoleum. De toren had twee verdiepingen. Een ophaalbrug gaf toegang tot de bovenverdieping. Boven in de toren worden symbolische sculpturen bewaard, kenmerk van Romaanse kunst. In het centrum van het kloostercomplex bevinden zich twee boven elkaar gelegen kerkjes. Zij tonen een interessante overgang van de Romaanse stijl (het kerkje beneden, ongeveer 1200) naar de gotiek (het bovenste, in 1255 voltooide bouwwerk). Het bouwsel beneden is een grafkapel. De plattegrond vertoont twee beuken, gescheiden door twee zuilen uit één stuk, laag afgetopt door kapitelen. Van hieruit ontspringen bogen, die het kruisgewelf dragen en naar de zijmuren toe de daar iets uitstekende halfpilaren ontmoeten: een duidelijk Romaans-Apulisch bouwconcept, benadrukt door de thans verdwenen absissen. Let u binnen eens op de kunstig in rode steen uitgesneden sarcofaag. Door middel van een zijdeur komt men bij de resten van de antieke Salvatore basiliek. Op de muur van de absis zijn nog vrij goed bewaarde fresco's te zien.

De kapel van Sint Lucas (het bovenste gebouw) is het pronkstuk van het kloostercomplex. Men komt er via een buitentrap. De leuning heeft de gedaante van een slang met een appel in zijn bek. Boven de ingang bevindt zich een spitsboog en dáárboven een 6 delig roosvenster. Onder de boog staat geschreven, dat de kerk gebouwd werd in opdracht van de abdis Marina II met het doel er de stoffelijke resten van Sint Lucas bij te zetten. Binnen is er een kleine ruimte met twee door spitse kruisgewelven overdekte beuken. De gewelven rusten op twee centrale en tien half uit de buitenmuren stekende zuilen. De octogonale basis van de zuilen en de gekrulde bladmotieven van de kapitelen doen denken aan de residentie van Frederik II van Hohenstaufen, Castel del Monte in Apulië.

Aan de buitenkant wordt de structuur gecompleteerd door twee kleine absissen. De rondom aangebrachte steunberen vertonen bizarre dierenkoppen of andere ornamenten.

Van de vele fresco's die de kapel moeten hebben verfraaid, zijn alleen twee medaillons overgebleven met de beeltenissen van de abdissen Marina en Scoiastica alsmede enkele afbeeldingen van episoden uit het leven van Guglielmo van Vercelli.

Bijzonder fraai zijn de altaren. Vooral die met marmeren dekplaat: gedragen door vier zuiltjes met onderling verschillende, elegante kapitelen en sokkels, een fantasievol ontwerp, met veel liefde en vakkennis uitgevoerd. De volmaakt uitgebalanceerde mengeling van diverse kunstvormen: de Gotisch Apulische bouwwijze, de strenge Cisterciënzer eenvoud, de met lokale elementen gelardeerde, Romaanse ornamentatie, maakt de Sint Lucas kapel een van de meest waardevolle monumenten van Zuid Italië uit deze vroege periode.

Behalve de blokken met bas reliëfs in de Torre Febronia valt er nog meer beeldhouwwerk te bewonderen, zoals de dierfiguren en andere decoraties, waarmee het hoofdportaal verfraaid is. Op een van de hoeken van het klooster is een grote steen met twee Romeinse figuren te zien. Een andere sculptuur, uit de periode van keizer Augustus ( 63 v. Chr. 14 n. Chr. ) siert de toren naast de ingang van de grafkapel. Tot besluit verdient toch wel de respectvolle aandacht het grafmonument van de bevlogen initiatiefnemer tot de oprichting van deze indrukwekkende Abbazia del Goleto, Guglielmo da Vercelli. De polychrome sarcofaag is leeg: zoals reeds vermeld werden in 1807 de stoffelijke resten van de vereerde geestelijke in veiligheid gebracht. Zij rusten in een speciaal hiervoor geconstrueerde crypte van de in 1952 begonnen en negen jaar later voltooide~ nieuwe basiliek van Montevergine.

De stilte van de omgeving
De stilte, welke rond deze Abbazia hangt, is absoluut, niet van deze wereld: de bijen schijnen zelfs af te zien van hun gezoem en de vele vlinders klapwieken van nature al geruisloos. Nooit is tussen deze muren een uitgelaten schaterlach gehoord. De vrouwen, die hier totaal geïsoleerd gewoond, gewerkt en gebeden hebben, wat bewoog ze om zich als jong meisje levenslang te laten opsluiten? Pressie, noodzaak, religieuze exaltatie? Hun heilige moed of wanhoop moet in ieder geval onvoorstelbaar groot geweest zijn. De monniken hebben hen goed bewaakt: geen van hen is zoals zuster Beatrijs over de kloostermuur geklommen en de schande van de non van Monza (in de vooral beeldschone vertolking door Sophia Loren wereldkundig geworden) zal ze nooit ter ore zijn gekomen. De abdissen Febronia, Marina I en II, Agnese en Scolastica verwierven faam vanwege hun godsvrucht, rechtschapenheid en wijs beleid.

Bij het afscheid heft het hevig romantisch beeld op het voorplein van een superknappe Guglielmo van Vercelli, in gestroomlijnde pij, zegenend zijn volmaakte hand. In polycolor. De volkomen verleider. Febronia, Marina I en II, Agnese en Scolastica zouden hem door de monniken tot mootjes hebben laten hakken en verbranden. En de as had over de kloostermuur moeten worden gegooid.

MELFI

Net over de huidige grens met Campania ligt Lacedonia, eens het Romeinse Aquilonia waar de Via Appia doorheen liep alvorens Oost Zuid Oost naar Venusium (nu Venosa) af te buigen, de Ofanto rivier over.

Via een eens kronkelende weg door onherbergzame heuvels maar nu een vlugge tunnelviaduct verbinding bereikt men de Noormannen vesting van Melfi in Basilicata. Hier nam, omringd door veel statie, Noorman Rogier II van Sicilië het eerbetoon in ontvangst van de door hem onderworpen baronnen van het vasteland. Honderd jaar later, in 1231, proclameerde Frederik II van Hohenstaufen, erfgenaam van de Noormannen kroon, er zijn Constitutie, waarmee hij orde op zaken stelde en eenheid schiep in zijn zuidelijk koninkrijk.

Het slot ligt op een heuvel. De weg voert spiraalsgewijze omhoog naar een overweldigend cirkelvormig bouwwerk, beschermd door een gracht met ophaalbrug. Hoewel het er imposant uitziet vertegenwoordigt het geen pure Noorman stijl. Het meeste middengedeelte is vroeg Anjou en de rest is 16e of zelfs 18e eeuws.

In een van de torens staat een magnifieke sarcofaag, afkomstig van een tombe van de Via Appia: op de deksel is de overledene afgebeeld en langs de onderkant een rij goden. Het museum bewaart mooie wapenrustingen uit de Griekse Oudheid, afkomstig uit tomben, welke pas de laatste 25 jaar ontdekt en opgegraven zijn.

In de oude tijden was dit een dichtbevolkt gebied, omdat de grond rondom de nabije, uitgebluste Vulture vulkaan zeer vruchtbaar was. Maar men had veel te lijden van de systematisch terugkerende aardbevingen.

Het aan de voet van de heuvel gelegen Melfi is een rustig stadje. Het heeft nauwe straatjes en weinig winkels: de drukte speelt zich verderop af, in het nieuwe gedeelte. Op het plein bij de kathedraal heerst overwegend rust. Van het in 1115 begonnen godshuis heeft alleen de klokkentoren de aardbevingen getrotseerd; zijn zwartstenen griffioenen staren stoïcijns voor zich uit. Hoewel het oorspronkelijke Noorman ontwerp bewaard is gebleven, is de rest van de kerk 18e eeuws. Binnen in de kerk heerst mystieke duisternis.

Na de volgende heuvel ligt Rapolla, dat ook een kathedraal heeft. Of eigenlijk twee: een oude en een nieuwe (welke niettemin uit de 13 e eeuw dateert). Steile weggetjes voeren langs een afgrond naar de oude kathedraal, de nieuwe ligt gelijkgronds aan een plein.

Waarschijnlijk was de nederzetting ooit troglodiet, zoals veel andere in deze streek. Men vindt ook in de heuvel uitgegraven kerken in de omtrek, zoals de Santa Margherita, waarbinnen fresco's zijn geschilderd.

De "nieuwe" kathedraal van Rapolla heeft een gebeeldhouwd voorportaal en aan de zijkant reliëfs met de naam van de kunstenaar Sarolo en de opdrachtgever: bisschop Richard. Beide mannen hielden zich in 1209 ook met de toren bezig. De oude kathedraal heeft iets weg van de kerk van Santi Nicoló e Catoldo te Lecce (Apulië) uit 1180: net zo'n koepel en transept in het midden van het schip, Die van Rapolla heeft echter twee koepels en maakt een wat gedrongen indruk, terwijl de kerk in Lecce de impressie geeft omhoog te streven. Ook lijkt de kathedraal van Rapolla ouder en de flauwe puntbogen hebben hier geen Franse invloed ondergaan zoals die van Lecce.

VENOSA

Ten Oosten van Rapolla (aan de nr.93) ligt Venosa, het oude Romeinse Venusium. In eerste instantie verwierf de stad bekendheid omdat Quintus Horatius Flaccus de geschiedenis ingegaan als Horatius er in 65 v.Chr. het levenslicht zag.

Venusium was toen nog een dichtbevolkte stad met een aquaduct voor de watervoorziening (resten hiervan zijn nog te zien bij Ripacandida). Het was toen een belangrijk tussenstation aan de Via Appia van de route Beneventum (het tegenwoordige Benevento) en Tarentum (Taranto). Ook hiervan zijn in het moderne gedeelte van de stad fragmenten aan te treffen, vooral aan de Noordoost zijde van de Noorman abdij La S. Trinita, waar elementen van de Romeinse stad en een vroegchristelijke doopkapel zijn opgegraven. En de nieuwe kerk voor de abdij, begonnen in de 12 e eeuw maar nooit voltooid, werd gebouwd met blokken steen van het nabijgelegen amfitheater.

Het kasteel met zijn imposante torens en de kathedraal werden na de aardbeving van 1470 herbouwd. Het standbeeld van Horatius werd pas in de 19e eeuw opgericht.

De abdij La S. Trinita bestaat uit twee gebouwen. Het latere, onvoltooid gebleven bouwwerk ligt ten Westen van de oorspronkelijke kerk. Deze werd gerestaureerd nadat afgezien was van de nieuwbouw.

De oude kerk waar de broers Willem, Drogo, Humbert en Robert Guiscard uit het Noormanhuis Hauteville begraven lagen is een vroegchristelijke basiliek uit de 5 e en 6 e eeuw, welke misschien in de plaats kwam van een tempel. De kerk had een open dwarsschip en een absis met openingen naar een halfronde omgang. Later werd er een crypte onder gegraven en toen de Johannieters de abdij overnamen werden de pilaren van de kerk vervangen (eind 13 e eeuw). Hun werkzaamheden hebben grotendeels het huidige karakter van het bouwwerk bepaald. Aan de westkant werd tijdens de Noormannentijd een gastenverblijf voor de abdij gebouwd. Binnenin zijn alle tomben verdwenen, behalve die van Alberada, dochter van een Noormannen baron, de eerste vrouw van Robert Guiscard en moeder van Bohemund, prins van Antiochië. Toen zij in 1122 overleed had ze zowel haar ex echtgenoot als haar zoon overleefd. Het is een bizar gezicht: al die tufsteen pilaren en muren zonder dak (we hebben het nu over de nieuwe kerk). Nog meer bizar en melancholiestemmend zijn de inscripties, soms onderste boven, op de muren. In de steenblokken, gestolen van het amfitheater, hebben Romeinen de namen van hun fans gekrast.
De nieuwe kerk zou een geheel Franse of Anglo Noorman koorkap dragen, straalkapellen rond de omgang en aan weerszijden van de kruising dwarsschip met middenschip een toren: een unieke stijlimportantie in het zuidelijk Noormangebied.

Aangezien in 1066 Robert Guiscard uit het Normandische Evrould en Ouche monniken had laten overkomen, is het aannemelijk dat die de bouw ondernamen. Maar de constructie dateert absoluut uit de tweede helft van de 12e eeuw. De bouw schijnt zich te hebben voortgesleept totdat tegen het eind van de 13 e eeuw er helemaal van werd afgezien. Vooral de massieve zuilen ter rechter zijde in het schip kunnen niet ouder dan laat 12 e eeuws zijn. De kapitelen van het koor vertonen onderling verschil, Sommige lijken 11 e eeuws en doen denken aan de stijl toegepast in de kathedraal van Canosa tijdens het bestuur van bisschop Urso Romuald (1079 1089). Voorts bevindt zich in het schip van de oude kerk een groot kapiteel thans in gebruik als wijwaterbak~ dat veel lijkt op een van de kapitelen met diervormen uit de laat 11e eeuwse abdij van S. Andrea in Brindisi.

Mogelijk is met de werkzaamheden begonnen onder Robert Guiscard of even na diens dood in 1085 en werd het geïmporteerde ontwerp uitgevoerd tijdens de 28 jaar dat abt Berengar, na zijn overkomst in 1066, het heft in handen had. Anders is de toepassing eind 12 e eeuw van een zowel uitheems als verouderd element uiterst vreemd, zelfs als het daarna, in de 13 e eeuw, weer opduikt in het nabijgelegen Acerenza.

SIGHTSEEING

Nog enkele belangrijke suggesties

Avellino
Langs de autostrada Napoli Bari. Ruïne Longobarden kasteel, Dom met Romaanse crypte annex museum, fontein van Costantinopoli (17e eeuw), toren dell'Orologio (17 e eeuw), obelisk van Karel van Habsburg, middeleeuwse Dogana, Museo Irpino, Museo del Risorgimento, Pinacota met verzameling 18e eeuwse kerststallen. Langs de Corso en de viale dei Platani in noord westelijke richting komt men in Mercogliano (660 m boven de zeespiegel) en Ospedaletto waar gekuurd wordt. Vanuit Mercogliano kan men met funicolare in 7 minuten naar de beroemde bedevaartplaats Montevergine op de Monte Partenio (1270 m), vanwaar men een schitterend uitzicht heeft. Vanuit Avellino is er een busverbinding met Montevergine. Reisduur ongeveer 1 uur.

Montevergine
Werd gesticht door de heilige Guglielmo de Vercelli in 1129. Vanuit dit klooster werden tal van andere gesticht, welke zich in 1879 bij de Benedictijnercongregatie van Subiaco aansloten. Te bezichtigen de 17e eeuwse basiliek met een romaans byzantijnse altaarhemel (13e eeuw) in mozaïek, het 15e eeuwse tabernakel, het 17e eeuwse hoofdaltaar uitgevoerd in Florentijns mozaïek van agaat, lapus lazuli, turkoois etc. In het museum valt een tombe uit de 3e eeuw te bewonderen met indrukwekkende leeuwenkoppen, een aangrijpend houten kruisbeeld (13e eeuw), een wandschildering van de Madonna van S. Guglielmo (12e eeuw) en een meesterlijk houtgesneden abdijzetel. Boven het hoofdaltaar van de nieuwe basiliek bevindt zich de thaumaturgische beeltenis van de Madonna (13e eeuws); een van de mooiste Italische afbeeldingen van madonna's. Schepper van dit kunstwerk is Montano d'Arezzo of Pietro Cavallini: de geleerden zijn het daar nog niet over eens. Voorts valt te bezichtigen een serie kerststallen uit verscheidene delen van Italië en andere landen. Het Palazzo Abbaziale di Loreto het abtelijk paleis werd gebouwd tussen 1733 en 1750, nadat het oorspronkelijke bouwwerk het jaar daarvoor door een aardbeving verwoest werd. Ontwerper is Domenicantonio Vaccaro, bekwaam schilder, beeldhouwer en architect uit de 18 e eeuw. De benaming "di Loreto" is terug te voeren tot de antieke oudheid, toen zich in deze omgeving een bos van laurierbomen uitstrekte. In het gebouw is een archief met ongeveer 7000 perkamenten gevestigd, een voor het publiek toegankelijke bibliotheek met 150.000 volumen en een schitterend, met vergulde boiserie en antieke apothekerspotten van majolica gedecoreerde apotheek. Montevergine is al eeuwenlang een beroemde bedevaartsplaats: al in de 15e eeuw liet Catherina van Valois zich in een draagkoets naar boven brengen. Sinds 1982 vindt in het Palazzo Abbaziale di Loreto jaarlijks in de maand juli de internationale manifestatie van orkesten plaats.

Mugnano del Cardinale Avella
Als men terugkeert naar de entree post van de autostrada Avellino Napels bereikt men, westwaarts rijdend, Mugnano del Cardinale, alwaar zich de schrijn van S. Filomena bevindt. Voorts Avella (het antieke Abella) met interessante archeologische overblijfselen uit de Romeinse en Etruskische periode.

S.Martino valle Caudina
Als men vanuit Ospedaletto naar het noordwesten rijdt bereikt men, via de vriendelijke zomervakantieplaatsjes Summonte en Pietrastornina, S.Martino valle Caudina waar een in goede staat gebleven Longobarden slot staat.

Prata
Even ten NNO van Avellino ligt Prata, dat een paleo christelijke basiliek en catacomben heeft.

Tufo, Taurasi en Fontanarosa
Iets noordelijker, in de streek rond Tufo, worden schitterende wijnen geproduceerd: aan te bevelen is de D.O.C. Greco di Tufo van S.Bernardino (D.O.C. wil zeggen: 'denominazione di origine controllata', de Italiaanse versie van het Franse "appellation contrôlée"). Ook rond het iets oostelijker gelegen Taurasi wordt gerenommeerde wijn geproduceerd. Nog wat oostelijker ligt Fontanarosa, bekend om zijn uitstekende ham.

Mirabella Eclano
De noordelijke route volgend arriveert men in Mirabella Eclano, het oude Aeclanum, een archeologisch gebied, tevens bekend om de viering van het ritueel van de "Obelisco di Paglia" (= Stro obelisk) in de maand september.

Ariano Irpino
Nog verder naar het noorden ligt Ariano Irpino, een panoramisch gelegen, levendig stadje op 820 m hoogte, gedomineerd door het Noormannenslot en de schitterende Villa Communale (het gemeentehuis).

Rocca S.Felice
Terug in zuidoostelijke richting passeert men Rocca S. Felice, waar u de al door de Romeinse dichter Virgilius (70 19 v.Chr.) in zijn epos Aeneis vermelde stinkende Bocca dell' Inferno (hellemond) letterlijk aangaapt.

S. Angelo dei Lombardi
In zuidoostelijke richting komt men bij S.Angelo dei Lombardi.

Materdomini
Nog meer naar het zuiden, richting Salemo, stuit men op Materdomini bij Caposele. Daar bevindt zich de schrijn van S.Gerardo Majella.

Bagnoli Irpino
Westwaarts koersend rijdt men dan de bergen in: Bagnoli lrpino aan het meer van Laceno is een gewilde wintersportplaats, welke ook 's zomers veel bergbeklimmers en toeristen trekt.

Montella
Voor Montella verwijzen we u naar het aparte hoofdstuk 6. De nr. 574 loopt om de beboste Monte Terminio (1806) naar de groene Serino vallei. Ten zuiden hiervan, in Solofra, ligt de S.Michele kerk met schilderingen van Guarino en Solimena.

Monticchio
De nr. 401 en 167 volgend, arriveert men in het district Vulture. Ook de 1245 m hoge berg draagt deze naam. Vanuit Monticchio voert een kabelbaan naar de top en om het uitstapje compleet te maken naar de abdij van S.Michele. Ten zuiden van Monticchio liggen twee meren en het bosgebied. Kampeerders, natuur en waterliefhebbers halen er hun hart op.

Atella
Naar het zuidoosten afbuigend komt men via het klooster S. Maria dei Angeli in het middeleeuwse stadje Atella. In een volslagen niemandsland bouwde, tussen 1189 en 1197 (dus nog voor die van Rapolla), Sarolo de kerk van S. Maria di Pierno. Hoewel er in de 16e eeuw inwendig en aan de oostzijde werd gerenoveerd, bleef de structuur vrijwel ongewijzigd.


Routebeschrijving van Napels en Pompeji naar Calitri

Napels - Calitri
autosnelweg Napoli Bari (Al 6) tot uitgang (uscita) Lacedonia.
Lacedonia - Bisaccia - Calitri
Of
autosnelweg Napoli Bari (Al 6) tot uitgang (uscita) Avellino Est naar links.
Tweede uitgang naar rechts richting Lioni: de z,g. Ofantina.
Lioni - Calitri
korter, goedkoper, mooier,. iets gecompliceerder voor nieuwkomers

Pompeji - Calitri
autosnelweg Pompeji - Salerno.
Salerno - Avellino
autosnelweg Avellino Bari (A16) tot uitgang (uscita) Lacedonia.
Lacedonia - Bisaccia - Calitri
Of
autosnelweg Pompeji - Salerno.
autosnelweg Salerno Contursi (A3)
Contursi Sella di Conza - S.Andrea di Conza - Calitri
korter, maar meer bochten

 

 

 

Homepage - Hoe er te komen - Wat is er te zien - Hoe te reserveren - Een kijkje in het hotel